Erfgoed van de week: Warmhoudertjes…

Voor de tentoonstelling Hete Vuren in het Stedelijk Museum Zutphen, met parels van schilderijen uit het Rijksmuseum, werden tal van intrigerende voorwerpen uit het eigen museumdepot gehaald. Het zijn ‘vergeten’ voorwerpen, die te maken hebben met warmte en vuur, zoals een hangijzer, beddenpan of stoof met vuurtest. Warmhoudertjes, die net als de open haard of houtkachel, wat aangename warmte in huis brachten. Een houten stoof met een aardewerken vuurtest gevuld met gloeiende kooltjes of een koperen beddenpan met warm water of kooltjes waren onmisbaar voor het opwarmen van koude voeten en een koud bed.

Het idee om een compleet woonhuis centraal te verwarmen vinden we al bij de Romeinen, maar hun ingenieuze vloerverwarmingssysteem doorstond de tand des tijds niet. Pas in de achttiende eeuw werden de warmwaterinstallatie, stoomverwarming en radiatoren uitgevonden. James Watt experimenteerde er in 1784 mee in zijn eigen huis. In Nederland deed rond 1825 de eerste cv-installatie met luchtverwarming zijn intrede in fabrieken, bedrijfspanden en openbare gebouwen. Woonhuizen van de gewone man, zoals op het schilderij ‘Zutphens Interieur’ uit 1840, bleven hier nog lang van verstoken. Tot halverwege de twintigste eeuw waren bijvoorbeeld ijsbloemen op slaapkamerramen heel gewoon.

Door de toenemende welvaart en de ontdekking van een groot aardgasveld in Slochteren in 1959, kwam centrale verwarming binnen bereik van de gewone Nederlander. In onze tijd is onderzoek naar nieuwe mogelijkheden op het gebied van verwarming én koeling en een zo efficiënt mogelijk gebruik van nieuwe energiebronnen topprioriteit. Ongetwijfeld zullen aan de rij ‘verdwenen’ voorwerpen nieuwe voorbeelden uit onze tijd worden toegevoegd om de planken en laden van het museumdepot mee te vullen.

Hete Vuren is te zien tot en met 12 mei: zie www.museazutphen.nl

Afbeelding: I.H. Driessen, Zutphens Interieur, 1840, olieverf op doek, Stedelijk Museum Zutphen.